Het gaat natuurlijk vooral om de chutney – die moet je een uur laten trekken in de koelkast dus daar moet je rekening mee houden. Maar het is een lekker fris recept dat heel goed smaakt met rijst en bijvoorbeeld broccoli. Voor 4 personen komt de chutney op 1 propoint per persoon – de kip en rijst kun je dan makkelijk als verzadigende portie nemen.
Ingrediënten:
2 teentjes knoflook
4 theelepels olie
2 sinaasappels
1 sjalotje fijngesneden
1/2 rode peper fijngesneden
1 theelepel vloeibare honing
1 eetlepel (thaise) vissaus
7 á 8 gram verse koriander
1 eetlepel sesamzaadjes
4 kipfilets, per filet in 3 repen gesneden en bestrooid met zout & peper.
Knoflook overdwars halveren en in dunne plakjes snijden. In pan 2 theelepel olie verhitten en knoflook ca 1 minuut al omscheppend bakken. 1 Sinaasappel goed schoonboenen en 1/4 van de schil dun eraf snijden (zonder wit). Schil in dunne reepjes snijden. Sinaasappels dik schillen tot op vruchtvlees en met mesje partjes tussen de vliezen uit snijden. In kom sjalotje, reepjes sinaasappelschil, sinaasappelpartjes, rode peper, honing en vissaus door elkaar scheppen. Korinader ervoven fijnknippen (paar blaadjes achterhouden voor garnering).
Chutney ca 1 uur laten intrekken.
In droge koekenpan met anti-aanbaklaag sezamzaadjes goudbruin roosteren. Ondertussen in de pan die je voor de knoflook gebruikte de andere twee theelepels olie scheppen, verhitten en de kipfilets in ca 8 minuten gaar bakken. Chutney over 4 borden verdelen, kipfiletrepen erop leggen en garneren met sesamzaad en de overgebleven blaadjes koriander.